Het kerstkind - Frans-Jan W. Parmentier

Klassekampen, 21 maart 2016
Wat betekent het eigenlijk als meteorologen zeggen dat het warmer is vanwege El Niño?
Het kerstkind
Vorig jaar was wereldwijd het warmste jaar ooit. En dit jaar wordt waarschijnlijk nog warmer.
Althans, dat stelde het Britse Met Office afgelopen december, en met de record brekende warmte van de afgelopen drie maanden hebben ze voorlopig nog geen ongelijk. Normaal zijn wetenschappers terughoudend met zulke voorspellingen. Maar dit jaar is dan ook niet een normaal jaar: er is een sterke El Niño aan de gang die klimaatverandering in een extra hoge versnelling zet.
El Niño krijgt veel media-aandacht. Het fenomeen wordt vaak in verband gebracht met de toename van droogtes in delen van Noord Amerika, Zuidoost Azië en Afrika. Vanwege deze droogtes waarschuwde de VN een maand geleden voor een wereldwijde voedselcrisis als gevolg van El Niño. Droogtes leiden ook tot meer bosbranden, zoals degene die Indonesië vorig jaar teisterden. Verstikkende rook strekte zich uit tot in Maleisië en in enkele weken tijd werd meer CO₂ uitgestoten dan een industrieel land als Duitsland in een heel jaar doet.
Toch zijn het niet alleen droogtes die op een El Niño volgen. In Californië verwacht men op dit moment juist overstromingen als gevolg van dit weerfenomeen. En een recente studie in Nature microbiology suggereerde zelfs dat een sterke El Niño tot een bredere verspreiding van ziektes als cholera kan leiden doordat de bacterie zou meeliften met warmere oceaanstromen.
l Niño slaat toe: Golven slaan over een huis in Mondo Beach in California, in januar van dit jaar. Het fenomeen leidt tot uitzonderlijk weer over grote delen van de aarde.
Dus El Niño is vervelend, zoveel is duidelijk. Maar wat is het eigenlijk? Om te beginnen met de naam: Die komt bij Peruviaanse vissers vandaan, die het fenomeen al in de 17e eeuw herkenden. «El Niño» is Spaans voor «de kleine jongen», en deze gelovige vissers bedoelden hier het kindje Jezus mee. Ze merkten dat in bepaalde jaren de visvangst juist rond kerst slechter werd, tegelijkertijd met de komst van warmer zeewater voor de Zuid-Amerikaanse kust. Door het gebrek aan voedingsstoffen in dit water is er minder vis, en luidt El Niño het einde van het visseizoen in.
Tegenwoordig lezen we El Niño echter niet af aan de visvangst. Men spreekt van een El Niño als het zeewater in een specifiek gedeelte van de Stille Oceaan tussen Indonesië en Peru abnormaal warm is. Normaal gesproken blazen de passaatwinden in dit gedeelte van de wereld westwaarts, weg van het Zuid-Amerikaanse continent. Hierdoor kan koud water voor de kust opwellen, want warm water wordt weggedreven richting Indonesië. Maar in sommige jaren verzwakken deze winden, of draaien ze zelfs naar het oosten. Hierdoor krijgt het warme water ruim baan. Met satellieten is dit duidelijk zichtbaar als een band van warm water die zich langs de evenaar vanaf Zuid Amerika over de oceaan uitstrekt.
Zo’n uitgespreid gebied van miljoenen vierkante kilometers met uitzonderlijke temperaturen heeft een grote invloed op de atmosfeer. Er is meer verdamping in dit gebied, wat bv tot meer neerslag in Zuid Amerika leidt, en de extra hitte verandert weerpatronen tot in Alaska of het zuiden van Afrika. Maar de invloed van El Niño heeft ook zijn grenzen. Europa is ver weg van de Stille Oceaan en een sterk verband tussen El Niño en het weer in onze regio is dan ook niet bewezen. Als het deze zomer uitzonderlijk droog weer wordt, dan is het niet zo simpel om te zeggen dat dat komt door El Niño. Ook heeft de huidige, absurd sterke, opwarming van het poolgebied weinig met dit weerfenomeen te maken.
Het effect van El Niño geeft ons zo een blik op wat in de toekomst de nieuwe normaal gaat worden
We moeten dus oppassen om niet te pas en onpas alles door El Niño te verklaren. Maar in het klimaatdebat gebeurt vaak het tegenovergestelde: El Niño wordt genegeerd om twijfel te zaaien over de opwarming van de aarde. Hoe zit dat? Deze eeuw hadden we dusver relatief zwakke El Niños, en, niet onbelangrijk: we hebben meerdere malen te maken gehad met zijn zusje, La Niña (het kleine meisje).
La Niña is een vergelijkbaar fenomeen, maar als zij heerst, worden de passaatwinden sterker, komt er meer koud water aan de oppervlakte van de Stille Oceaan, en worden wereldtemperaturen lager i.p.v. hoger. Als je de landtemperatuur van de afgelopen 50 jaar in een grafiek plot en een trendlijn erdoor heentrekt, zal je zien dat jaren met een El Niño boven de trendlijn liggen (warmer), en jaren met een La Niña juist eronder (koeler).
1998 ligt het hoogst boven die trendlijn. In dat jaar was er een erg sterke El Niño die wereldwijd de temperaturen omhoog joeg. Het is nog steeds een van de warmste jaren ooit gemeten. Maar dat uitzonderlijke jaar is sindsdien door veel klimaatsceptici misbruikt: die berekenen trends in de wereldtemperatuur met 1998 als begin, om te beweren dat er geen opwarming was – zelfs al behoren alle jaren sinds 2001 tot de warmste ooit.
Het zal voor een ieder duidelijk zijn dat als je goede statistiek wil bedrijven, je niet alleen op de uitschieters moet letten. Men moet naar het totale plaatje kijken. Wie dat wel doet ziet dat El Niño en La Niña alleen voor kortdurende variaties zorgen, die komen bovenop een overduidelijke opwarming van de aarde op de lange termijn.
Overigens, de El Niño die zich op dit moment afspeelt is nog sterker dan die van 97/98. In combinatie met doorgaande klimaatverandering is 2016 daardoor flink op weg om de mythe van een gebrek aan opwarming voorgoed weg te nemen: Februari was al 1,35 graden warmer dan normaal, vlak onder de gehoopte onderlimiet van 1,5 graden die afgelopen December in Parijs ten doel werd gesteld. Het klimaatversterkende effect van El Niño geeft ons zo een blik op wat in de toekomst de nieuwe normaal gaat worden. Laten we hopen dat zijn kleine zusje ook dan nog ons vaak genoeg wat afkoeling brengt.
Deze tekst verscheen oorspronkelijk in Klassekampen op 21 maart 2016