Hoog en droog - Frans-Jan W. Parmentier

Klassekampen, 15 september 2017
Terwijl stormen en extreme neerslag toeslaan, vertrekken de rijken naar hogere grond.
Hoog en droog
De Canadese protestzanger Geoff Berner zong het jaren geleden al: “You and me baby, we’re going to watch the poor drown. ‘Cos the rich are gonna move to the high ground.” Cynisch, maar ook erg actueel nu de orkanen Harvey en Irma ongekende verwoestingen hebben achtergelaten in slechts een paar weken tijd. Want zoals gebruikelijk zijn het de armste onder ons die de gevolgen het hardst zullen merken, en langst.
Hoezo dan? De wind maakt toch zeker geen onderscheid tussen arm en rijk? Nee, dan denk je alleen aan het acute gevaar van een orkaan. Het verwoestende zit hem niet alleen in de windkracht, maar ook in stormvloeden en de hoge hoeveelheid neerslag. Kijk maar hoe Harvey een paar weken terug in Houston huis hield. De problemen daar ontstonden niet door de hoge windsnelheden, maar omdat het de natste orkaan ooit gemeten was. Tot 1300 mm regen in slechts een week. Dat is meer dan er in een half jaar aan regen valt in Bergen. Of anderhalf jaar in Oslo.
De armste mensen konden zich niet in een hotelkamer ver weg verschuilen om de storm uit te zitten, maar zaten vast in huizen die langzaam vol water liepen. En hoewel niet alleen de armste wijken onder water liepen, zijn de rijken toch beter af. Ze hebben het geld voor dure verzekeringspolissen of voldoende spaargeld om er weer sneller bovenop te komen. Nee, over de weerbaarheid van mensen met geld maak ik me geen zorgen. Veel van hen zijn nu al op zoek naar een huis op een hoger stukje land.
Elida Dimas uit Immokalee in Florida woonde in een woonwagen en verhuurde een andere, en verloor haar huis en inkomen toen de orkaan Irma vorige week langs raasde.
Alsof Harvey nog niet genoeg motivatie daarvoor was, kwam Irma slechts een week later aanwaaien. De krachtigste orkaan ooit gemeten in de Atlantische Oceaan, die bij zijn optocht naar Florida het ene na het andere Caribische eiland aandeed en daarbij slechts dood en verderf achterliet. Voordat de storm het vasteland van de Verenigde Staten bereikte, vloog er een lange optocht van privévliegtuigjes, vaak voor duizenden dollars gecharterd, Florida uit. Zelfs evacueren doen de superrijken in stijl.
Hoe rijk en arm niet op dezelfde manier door orkanen worden getroffen was het meest zichtbaar na Katrina in New Orleans in 2005. De armste inwoners zaten samengepakt in een stadion te wachten tot de storm voorbij ging, om daarna voor dagen aan hun lot overgelaten te worden. Bovendien waren hun woonwijken het slechtst verdedigd tegen overstromingen, waardoor veel mensen die thuis bleven verdronken.
Ver weg van de VS is het niet veel beter gesteld. Terwijl de hele wereld het nieuws uit Houston volgde, stond een derde van Bangladesh onder water door de hevigste moesson in jaren. In Bangladesh, India en Nepal kwamen er meer dan 1200 mensen om. In augustus stierf er een gelijk aantal mensen verspreid over Afrika door hevige regenval en modderstromen in o.a. Nigeria en Sierra Leone. Maar deze jaarlijks terugkerende taferelen krijgen natuurlijk minder aandacht in de media wanneer een orkaan zoals Irma, met recordsnelheden tot 300 km/uur, op een rijk Westers land afstevent. Ook als het gaat om de aandacht voor natuurrampen, zijn sommigen meer gelijk dan anderen.
Ja, dat maakt ook het olieproducerende Noorwegen medeverantwoordelijk
De hamvraag is uiteraard of dit alles met klimaatverandering te maken heeft. In de media en door politici werd daar druk op gespeculeerd. Is dat terecht? Nou, het is niet duidelijk of orkanen vaker gaan voorkomen maar door klimaatverandering worden ze wel sterker. Orkanen worden o.a. gevoed door de temperatuur van het zeewater. Hoe hoger die is, hoe meer energie er in een storm gevoerd kan worden waardoor zijn intensiteit toeneemt. Tijdens zowel Harvey als Irma was het oceaanwater uitzonderlijk warm. En niet alleen orkanen worden erger door de opwarming van de aarde. Ook de hevige moesson in Azië past in dit patroon.
We weten dat het rijke industriële westen grotendeels verantwoordelijk is voor de historische uitstoot van broeikasgassen, en daarmee het opwarmen van de aarde. En ja, dat maakt ook het olieproducerende Noorwegen medeverantwoordelijk. Met die kennis lijkt het gedrag van de grote Noorse politieke partijen op cognitieve dissonantie. Aan de ene kant klimaatverandering erkennen, zonder de eigen bijdrage daaraan flink verminderen. In tegendeel. De rechtste partijen hebben de olieindustrie enorm gesteund, bijvoorbeeld door oliewinning in de Barentszzee toe te staan (een beslissing waarvan onlangs bleek dat die gebaseerd was op een rekenfout in Excel). Aan de linkerkant staat de Arbeiderpartiet in de coulissen klaar om ook oliewinning buiten de Lofoten mogelijk te maken.
De kiezer vond het kennelijk allemaal prima, zo bleek bij de verkiezingen. Die denkt wellicht dat klimaatverandering vooral armen in landen ver weg zal raken, en niet henzelf. Of misschien zien ze de ernst van de situatie niet in. Zoals Geoff Berner nog verder zong: “For every sad number that the scientists find, you get the feeling that some people really don’t mind”.
Deze tekst verscheen oorspronkelijk in Klassekampen op 15 september 2017