Blauwe hemel - Frans-Jan W. Parmentier

Klassekampen, 13 april 2018
Shell en Equinor hebben het licht gezien en helpen ons door de klimaatcrisis. Of toch niet?
Blauwe hemel
Wat is er aan de hand met de oliemaatschappijen? Willen ze geen olie meer verkopen? Vlak voor Pasen presenteerde Shell een visie van hoe de wereld in de toekomst met weinig of geen olie toe zou kunnen. Vorige maand maakte Statoil zelfs bekend dat ze het woord "olie" uit hun naam gaan gooien en dat ze verder willen als "Equinor". Decennialang hebben Statoil en Shell klimaatverandering alleen maar erger gemaakt. Nu gaan deze bedrijven ervoor zorgen dat de klimaatdoelstellingen van Parijs gehaald gaan worden. Althans, als we hun verkooppraatjes mogen geloven. Maar kloppen die ook?
Shell presenteert in zijn "Sky scenario" inderdaad een toekomst waarbij ons verbruik van olie, gas en steenkool naar een minimum wordt teruggebracht, en waar zon, wind en kernenergie de overhand gaan nemen. Maar het terugbrengen van onze fossiele uitstoot moet ook snel genoeg gaan. De limiet van twee graden opwarming raakt buiten handbereik als er niet al binnen een paar jaar een keerpunt in onze emissies komt, want de resterende hoeveelheid CO₂ die we nog kunnen uitstoten raakt in rap tempo op. De vraag is of het Sky scenario daar aan voldoet.
De pr-praat van oliemaatschappijen over hun rol in een olievrije toekomst moet met een korreltje zout genomen worden.
Glen Peters, onderzoeksdirecteur bij het klimaatinstituut CICERO in Oslo, zocht dat uit door het Sky scenario te vergeleken met verschillende scenario’s van het IPCC die de opwarming van de aarde ook binnen de twee graden houden. Shell's scenario lijkt dan realistisch: het valt binnen de marges van veel van de IPCC scenario’s, waarbij emissies binnenkort pieken en daarna gestaag dalen.
Maar als je naar de details kijkt, zijn er een paar duidelijke verschillen. Shell verwacht dat het wereldwijde energieverbruik flink zal toenemen, meer dan in de meeste IPCC modellen. Verrassend, maar ze denken dat veel van deze extra vraag opgevangen gaat worden door een ongekende groei in zonne-energie – veel hoger dan wat het IPCC mogelijk acht. De strategie van Shell lijkt duidelijk: in een olievrije wereld zetten zij in op zonnepanelen, ook al liepen vorige pogingen van Shell op dit gebied op niks uit.
De toekomst van Shell ziet er in hun rapport zonnig uit. Precies daar zit ‘m het probleem: deze toekomst bestaat alleen op papier. De scenario’s van Shell, Statoil en zelfs het IPCC gaan uit van het op grote schaal toepassen van CO₂-afvang en -opslag (CCS). De hoop is dat we met behulp van die technologie over enkele decennia enorme hoeveelheden CO₂ uit de lucht halen en weer onder de grond opslaan – zodat we nu nog meer fossiele brandstoffen mogen uitstoten. Het probleem is dat investeringen op het gebied van CCS ver achterblijven bij wat nodig is. Wanneer de overheid, Statoil en Shell beweren dat olie nog decennialang nodig is, dan gokken ze erop dat iemand anders dit probleem met CCS voor hen oplost. Zelf doen ze nog te weinig. In de tussentijd gaat men ongestoord door met het uitstoten van CO₂.
Dit verklaart onder andere waarom Shell voorziet dat oliegebruik de komende twee decennia nog rond of boven het huidige verbruik blijft. Statoil gebruikt vergelijkbare scenario’s. Maar dat zijn scenario’s om de wereldtemperatuur onder 2 graden te houden. In Parijs werd afgesproken dat er een serieuze poging gedaan moet worden om onder de 1.5 graden te blijven. Het Sky scenario overschrijdt dat makkelijk – zelfs met CCS.
Shell's toekomst ziet er zonnig uit. Maar die toekomst bestaat alleen op papier
Shell probeert dus om zoveel mogelijk olie te verkopen, terwijl ze via een slim marketingverhaal beweren dat ze binnen de marges van "Parijs" blijven. Die stelling mag best met een korreltje zout genomen worden. Sterker nog: vorige week bleek via de Amerikaanse website Climate Files dat Shell al 30 jaar geleden intern ervoor uit kwam dat ze medeverantwoordelijk waren aan het veroorzaken van klimaatverandering. Met die kennis is het des te erger dat zij, maar ook Statoil, nog decennialang naar olie en gas gezocht hebben, die hebben opgeboord, en met een flinke winst verkochten.
We moeten niet vergeten dat fossiele brandstoffen de kern vormen van de werkzaamheden van Shell en Statoil. De ongekende omslag in energieverbruik die zo hard nodig is hoeven we dus niet van hen te verwachten. Zeker niet zolang ze naar nog meer olie en gas zoeken in het kwetsbare poolgebied. Om de groene praatjes van deze bedrijven wel te kunnen geloven moeten ze hun woorden omzetten in daden: het opzetten van grootschalige vangst en opslag van CO₂, en meer investeren in zon en wind dan in nieuwe oliebronnen.
Het grote risico voor Shell en Statoil/Equinor ligt ‘m erin dat ze straks de boot missen. In de nieuwe klimaatstrategie voor 2050 van de Europese Unie zijn de aannames voor groene stroom flink bijgesteld. Wat bleek? In de zeven jaar sinds het vorige rapport uitkwam zijn de kosten voor zon- en windenergie al meer gedaald dan wat men voor 2050 mogelijk achtte. Alle scenario’s ten spijt, de vergroening van onze economie zou ook wel eens sneller kunnen gaan dan de marketingmannetjes van de oliemaatschappijen je willen doen denken. Als de energiegiganten Shell en Statoil daar geen rekening mee houden, en niet nu al het voortouw nemen, bestaat het risico dat ze in een olievrije toekomst verworden tot irrelevante schimmen uit het verleden.
Deze tekst verscheen oorspronkelijk in Klassekampen op 13 april 2018