Lotgevallen - Frans-Jan W. Parmentier

Klassekampen, 2 augustus 2019
Rechtse partijen zijn niet altijd slecht voor het milieu geweest.
Lotgevallen
Afgelopen weekend was het even spannend: Wie zou de titel “warmste plek van Noorwegen” mogen voeren? Nesbyen, wat het record al 49 jaar in handen had, werd op de hielen gezeten door Laksfors in Grane kommune. Vanuit hun vakantiebestemmingen – de ene dobberde in een rubberen bootje bij een camping in Tønsberg, en de ander zat aan het strand in Letland – volgden beide burgemeesters de hitte in hun thuisgemeentes tot op de voet. Toen in Laksfors de thermometer tot 35,6 graden kroop, en het Noorse hitterecord geëvenaard was, jubelde de burgemeester van Grane.
Maar de politieke en enigszins ongepaste vreugde over klimaatverandering duurde niet lang, want afgelopen maandag verklaarde het meteorologisch instituut het record uit Laksfors ongeldig. In Nesbyen werd opgelucht ademgehaald, en de voorbereidingen voor het aanstaande 50-jarig jubileum konden worden voortgezet.
Ik betwijfel of de burgemeesters van Gilze en Rijen in Nederland, Begijnendijk in België en Lingen in Duitsland ook zo trots waren toen vorige week in hun plaatsen de nationale hitterecords gebroken werden. Met buitentemperaturen van respectievelijk 40,7 ºC, 41,8 ºC en 42,6 ºC was het daar voor niemand uit te houden. In alle drie de landen werden de records met zo’n twee tot drie graden verpletterd. Normaal gesproken is het verstandig om lokale weersveranderingen niet direct te verbinden aan de opwarming van onze planeet, maar de hittegolf die Europa teisterde was zo extreem, dat het moeilijk voor te stellen is dat deze niet door klimaatverandering aangewakkerd is.
Margaret Thatcher en Ronald Reagan zagen de ernst van het gat in de ozonlaag, en voerde milieumaatregelen in.
Het trieste is dat we de basisfeiten al decennia weten, en de oplossing is ook al even lang duidelijk: de CO₂-uitstoot moet omlaag. Het is echter aan de politiek om met maatregelen te komen, en met name rechtse partijen lijken de ernst van de situatie nog steeds niet te beseffen – ook na vorige week. Of nog erger, zoals Ellen Engelstad in de krant van dinsdag goed verwoorde: dat ze de ernst van klimaatverandering wel onderkennen, maar er vervolgens niks aan doen.
In die laatste categorie valt de huidige Noorse regering. Zoals voor zoveel rechtse partijen is de voorspelbare oplossing voor elk probleem om het door de vrije markt te laten oplossen, en om individuele verantwoordelijkheid te stimuleren in plaats van beleid van bovenaf. Maar klimaatverandering is een globaal probleem dat niet opgelost kan worden met vrijwillige deelname. Alles en iedereen moet meedoen. Helaas zorgt de polarisatie van het klimaatdebat langs rechts-links ideologieën er per definitie voor dat slechts een deel van de bevolking bereid zal zijn om klimaatoplossingen te ondersteunen. Wat we nodig hebben, is een oplossing die breed gedragen wordt door links én rechts.
We hebben het aan Reagan en Thatcher te danken dat het gat in de ozonlaag herstellende is
Overigens, door het de facto linkse monopolie op overtuigende oplossingen, lopen rechtse partijen het risico om een groeiende groep kiezers mis te lopen – en daarmee regeringsdeelname. De groene partijen in Europa zitten duidelijk in de lift, maar het is geen wonder dat velen, zoals de Noorse MDG, weigeren om met een blauwe regering samen te werken. Ze weten dat er bij links meer te halen valt. De vraag is dus, voor de toekomst van de planeet en de rechtse politiek: waar is het groene, rechtse geluid dat wel vergaande klimaatoplossingen aandraagt?
Want historisch gezien is het niet zo dat rechtse partijen alleen maar slecht voor het milieu zijn geweest. De Amerikaanse Environmental Protection Agency (nu onder aanval van Trump) is opgericht door niemand anders dan Richard Nixon. Hij was gevoelig voor de publieke opinie in de VS, die vond dat de milieuvervuiling uit de hand liep. Ook hebben we het o.a. aan Ronald Reagan en Margaret Thatcher te danken dat het gat in de ozonlaag weer herstellende is.
Reagan had huidkanker op zijn neus gehad en persoonlijk ondervonden wat zijn kiezers te wachten stond als er niet gehandeld werd. Hierdoor werd hij makkelijker door de wetenschappelijke feiten overtuigd, en nam hij het voortouw. Thatcher, opgeleid chemicus, begreep de ernst van het probleem toen Engelse wetenschappers de eerste metingen toonden van het gat in de ozonlaag boven Antarctica.
Toch was het Montrealprotocol, wat leidde tot het uitbannen van ozonvernietigende CFKs, bijna mislukt. Ontwikkelingslanden wilden het niet ondertekenen: de alternatieven waren simpelweg te duur. Thatcher heeft er toen voor gestreden dat de arme landen financieel gecompenseerd zouden worden om alternatieven in te kunnen voeren. Het protocol is sindsdien door elk land in de wereld ondertekent.
Het was sterk beleid, wat niet leunde op het zoethoudertje dat individuele actie of zachte sturing genoeg zou zijn om een globaal milieuprobleem op te lossen. Of anders gezegd: een van de iconen van de vrijemarkteconomie stond aan de basis van een wereldwijd akkoord dat overheden dwong om een industrie aan banden te leggen. Het is dus mogelijk – ook over rechts. Wie durft?
Deze tekst verscheen oorspronkelijk in Klassekampen op 2 augustus 2019