Windwassen - Frans-Jan W. Parmentier

Klassekampen, 19 juni 2020
Heeft Noorwegen windmolens nodig om een fossielvrije toekomst mogelijk te maken?
Windwassen
Het moet een mooie lentedag geweest zijn, nu 15 jaar geleden. Ik reed door het glooiende landschap in midden-Duitsland, op weg naar het bos waar ik veldwerk deed voor mijn Masterscriptie. Ik zag met akkers bezaaide heuvels, waar op vrijwel elke top een rijtje windmolens stond te prijken. Zwijgzaam ronddraaiend kondigden ze een fossielvrije toekomst aan. Dat de fabrieksschoorstenen die ik zag alleen nog maar gebruikt werden als provisorische gsm-mast, paste perfect bij het positieve gevoel dat ik kreeg: het klimaatprobleem oplossen is best mogelijk, als je maar flink inzet op schone energie zoals wind.
Hoe anders was mijn reactie toen ik vorig jaar, op een koude winterdag in Februari, voor mijn werk op een bootje dobberde op het Malangsfjord in Noord-Noorwegen. Een collega wees naar een prachtig bergachtig eiland en vertelde me dat er een gigantisch windmolenpark gebouwd ging worden. In plaats van een positief gevoel, voelde ik me alleen maar triest. Ik had het jaar daarvoor verschillende windmolenparken in Noord-Noorwegen gezien waar ongerepte bergtoppen omgebouwd waren tot een wegennetwerk met wat plukjes natuur ertussen. Nee, windmolens in de ruige Noorse natuur plaatsen is heel wat anders dan in het dichtbevolkte Duitsland.
Vindmolens plaatsen in de ruige Noorse natuur is iets heel anders dan in het dichtbevolkte Duitsland. Hier een beeld van het Fakken vindmolenpark op Vannøya.
Vooropgesteld: ik ben niet tegen windmolens. Ik kan het verlies van een klein stukje natuur best aanvaarden als we daarmee de uitstoot van CO₂ naar nul kunnen krijgen. Dat is de enige manier om klimaatverandering te stoppen en daar is de natuur in de hele wereld bij gebaat – niet alleen één bergtop in Noord-Noorwegen. Daarnaast is de winst voor de volksgezondheid, door de vermindering aan luchtvervuiling, ook erg belangrijk.
En toch, terwijl we door het onstuimige fjord voeren, vroeg ik me af waarom het nodig zou zijn om zo ver boven de poolcirkel windmolenparken te bouwen. Door transportverlies zijn deze ver weggelegen windmolens van beperkte waarde voor de export van stroom naar de rest van Europa. Binnen Noorwegen is het opwekken van stroom al uitstootvrij door het vrijwel exclusieve gebruik van waterkracht. Zijn al die nieuwe windmolens alleen maar nodig voor de extra stroomvraag door elektrische auto’s en veerboten?
Voor een deel lijkt dat te kloppen. De Noorse overheidsinstantie NVE becijferde een paar jaar geleden dat voor de elektrisering van al het wegverkeer zo’n 11 Terawattuur (TWh) aan stroom nodig is. Belangenorganisatie Norwea stelt daarnaast dat windkracht binnen een paar jaar – met wat al gebouwd is en nu in aanbouw is – zo’n 15 TWh aan stroom zal opleveren. Echter, NVE voorspelde ook dat het zo’n twintig jaar duurt voordat al het wegverkeer elektrisch is. Waarom dan alle haast met nog meer windprojecten?
In de komende tien jaar is veel stroom nodig voor een heel ander project, waarvan de klimaatwinst op zijn best twijfelachtig is: de elektrisering van de olie- en gasplatformen op zee. Deze platformen gebruiken gasturbines om stroom op te wekken. Mede hierdoor komt grofweg een kwart van de CO₂-uitstoot van Noorwegen op de rekening van de olie- en gasindustrie. Het aansluiten van olieplatformen op schone landstroom lijkt dus een simpele manier om de uitstoot van Noorwegen flink omlaag te krijgen en daarmee te voldoen aan het Parijsakkoord. De Noorse oliemaatschappij Equinor verwacht dat er zo’n 10 TWh aan landstroom nodig is om dit mogelijk te maken, en dat is niet mogelijk zonder windmolens.
De klimaatwinst van het elektrifiseren van de off-shore industrie is minimaal
Helaas is de klimaatwinst miniem, zo niet een boekhoudkundige truc. Het is vast mogelijk om de productie van de olie klimaatneutraal te krijgen, maar grofweg 90% van de uitstoot vindt plaats bij het verbruik ervan. Omdat dit vooral buiten de grenzen van Noorwegen plaatsvindt, wordt dit niet bij de nationale uitstoot gerekend. Op papier zal daardoor de nationale uitstoot dalen, terwijl de uitstoot van CO₂ in het buitenland gewoon doorgaat. Sterker nog: het gas dat nu nog nodig is voor de turbines zal ergens anders voor gebruikt worden, zoals nog meer export. Het weghalen van gasturbines op de olieplatformen heeft dan geen zo goed als geen effect op de stijging van de CO₂-concentratie in de atmosfeer.
De vraag is dus: zijn de windmolens nodig om de fossielvrije toekomst mogelijk te maken? Of worden ze gebruikt om Noorwegen schoon te doen voorkomen, terwijl dit in werkelijkheid op het groenwassen van de olie- en gasproductie neerkomt? Wanneer windenergie uitstootvrij transport mogelijk maakt, dan kan ik dat goed begrijpen. Als de Noorse offshore-industrie aangewend wordt om in de hele wereld op zee windmolenparken te bouwen, dan begrijp ik dat niet alleen maar juich ik het zelfs toe.
Maar wanneer dezelfde windmolens gebruikt worden om de energie uit het verleden in stand te houden, ten koste van het klimaat én bijzondere stukjes natuur, dan verliest de natuur niet één maar twee keer. En dat is onbegrijpelijk.
Deze tekst verscheen oorspronkelijk in Klassekampen op 19 juni 2020