Vergaat de wereld? Wel als je zo over het klimaat denkt - Frans-Jan W. Parmentier

NRC Handelsblad, 27 november 2015
De zorgen over de klimaatverandering zijn terecht. Maar doemscenario’s leiden tot apathie.
Vergaat de wereld? Wel als je zo over het klimaat denkt
‘Dus... vergaat de wereld?’ Misschien niet de meest gebruikelijke reactie als je vertelt wat voor werk je doet, maar als klimaatwetenschapper ben ik aan deze vraag gewend geraakt. Klimaatverandering roept vaak doemscenario’s op, begrijpelijk dat mensen bezorgd zijn. Bij de start van de klimaattop in Parijs zijn de voorbeelden dan ook legio: 2015 is het warmste jaar ooit gemeten, Californië beleeft de ergste droogte in eeuwen, meer dan een derde van het zee-ijs in het noordpoolgebied is sinds de jaren 90 verdwenen. Ondertussen blijven gletsjers smelten en het zeeniveau stijgen.
Onvermijdelijk dat deze veranderingen impact zullen hebben op het leven van mensen. De vraag of we een apocalyps tegemoet gaan, ligt voor de hand. Vooral het poolgebied is een bron van doemscenario’s: de ontdekking van mysterieuze kraters in de permafrost van Siberië en methaanbellen die vanuit de bodem van de Arctische Oceaan omhoog komen, scheppen een beeld van een oncontroleerbaar systeem op weg naar een catastrofe.
Hebben emissiereducties nog wel zin? Het is een van de vele redenen waarom het essentieel is om de gevolgen van klimaatverandering voor het poolgebied beter te begrijpen. In mijn eigen onderzoek doe ik dit door te bestuderen hoe klimaatverandering leidt tot het ontsnappen van CO₂ en methaan – de twee belangrijkste broeikasgassen – uit permafrostbodems.
Permafrost komt in het hele poolgebied voor, een bodem die het hele jaar bevroren blijft. Alleen het bovenste gedeelte ontdooit tijdens de korte zomer. Maar naarmate de Noordpool door menselijk handelen opwarmt, begint de bodem steeds dieper te ontdooien. Micro-organismen kunnen dan koolstof in die dieper ontdooide bodem omzetten in de broeikasgassen CO₂ en methaan, en dit belandt uiteindelijk in de atmosfeer. Hierdoor ontstaat een neerwaartse spiraal die niet te stoppen valt: wij veroorzaken klimaatverandering door de uitstoot van broeikasgassen, wat leidt tot het ontdooien van permafrost, wat leidt tot nog meer uitstoot, etc.
Duitsland zal dit jaar ongeveer een derde van alle stroom uit duurzame bronnen opwekken
De ernst van dit probleem is niet eenvoudig te bepalen. Het poolgebied is groot en we kunnen niet alles en overal meten. Maar naarmate we meer leren begint zich een minder apocalyptisch beeld te vormen. Ja: het poolgebied is een bron van methaan, en ja: we verwachten dat dit alleen maar toeneemt met klimaatverandering. Maar dit is niet per se een snel proces. De laatste stand van zaken, zoals die dit jaar in het wetenschappelijk tijdschrift Nature gepubliceerd werd, voorziet dat veranderingen geleidelijk zullen verlopen. Sterker: onze uitstoot van fossiele brandstoffen is nu al zes tot acht keer groter dan het meest aannemelijke toekomstscenario voor de uitstoot uit permafrost. Dat kan je op twee manieren opvatten: doemscenario’s ten spijt, de uitstoot uit permafrost gaat het klimaat niet verpesten, dat doen we zelf. Maar belangrijker: dit betekent ook dat we er iets aan kunnen doen! Simpel gezegd: wij zullen onze emissies nog verder moeten reduceren om te compenseren voor de extra uitstoot uit permafrost.
En toch: ondanks het twee jaar geleden afgesloten energieakkoord blijft Nederland dralen. Eerder dit jaar oordeelde de rechter in de door Urgenda aangespannen rechtszaak dat de Nederlandse overheid meer moet doen om klimaatverandering tegen te gaan. In plaats van volop daar op in te zetten, ging de staat in hoger beroep. Ook wereldwijd zijn er onvoldoende reducties voorgesteld om de opwarming van de aarde onder de twee graden Celsius te houden. Als we dat doel willen bereiken, ook om het risico op een hoge broeikasgasuitstoot uit permafrost te verminderen, dan moeten er serieuzere maatregelen genomen worden.
Bovendien is het duidelijk dat de gevolgen van klimaatverandering niet evenredig over de wereld verspreid zullen zijn. Landen als Bangladesh hebben niet het geld om overal dijken aan te leggen zoals wij hebben gedaan. Bij klimaatverandering zijn het de mensen met de laagste inkomens en in landen met de slechtst functionerende overheden die er het ergst onder zullen lijden. Deze ongelijkheid geeft een morele verantwoordelijkheid om het probleem van klimaatverandering aan te pakken en niet langer te treuzelen.
Gelukkig is verandering mogelijk: naar verwachting zal Duitsland dit jaar ongeveer een derde van alle stroom uit duurzame bronnen opwekken. In Denemarken zijn er nu al dagen waarop windenergie geëxporteerd wordt omdat ze meer produceren dan het land aan stroom verbruikt. En in Nederland rijden er na decennia van beloftes eindelijk volwaardige elektrische auto’s door onze straten.
De bezorgdheid om klimaatverandering is terecht, maar verhalen in de media over doemscenario’s waar de mens geen vat op lijkt te hebben leiden alleen maar tot apathie en het afschuiven van verantwoordelijkheid. Een betere boodschap is daarom: het is nog niet te laat, maar wacht niet langer.
Deze tekst verscheen oorspronkelijk in NRC Handelsblad op 27 november 2015